Algemeen
De HTML-code voor de ingebedde RealPlayer heeft de volgende algemene opbouw:
<OBJECT ID="RealPlayer"
CLASSID="clsid:CFCDAA03-8BE4-11cf-B84B-0020AFBBCCFA"
HEIGHT = "390" WIDTH =
"360">
<param name="SRC"
value="http://www.surfnet.nl/cgi-bin/play.php/force_real.ram?url=/n/naam/dz1626.mpg&start=23.1&end=68.9">
<param
name="AUTOSTART" value="FALSE">
<param name="CENTER"
value="FALSE">
<param name="IMAGESTATUS" value="TRUE">
<param
name="LOOP" value="FALSE">
<param name="MAINTAINASPECT"
value="TRUE">
<param name="NOJAVA" value="TRUE">
<param
name="NUMLOOP" value="">
<param name="SHUFFLE"
value="FALSE">
<param name="CONTROLS"
value="ImageWindow,ControlPanel,Statusbar">
<embed
NAME="RealPlayer"
SRC=http://www.surfnet.nl/cgi-bin/play.php/force_real.ram?url=/n/naam/dz1626.mpg&start=23.1&end=68.9'>
type="audio/x-pn-realaudio-plugin"
HEIGHT
="390"
WIDTH ="360"
AUTOSTART ="FALSE"
CENTER ="FALSE"
IMAGESTATUS
="TRUE"
LOOP ="FALSE"
MAINTAINASPECT ="TRUE"
NOJAVA ="TRUE"
NUMLOOP
=""
SHUFFLE ="FALSE"
CONTROLS ="ImageWindow,ControlPanel,Statusbar">
</embed>
</OBJECT>
Deze code bestaat uit een <OBJECT>-tag en een <EMBED>-tag. De
<OBJECT>-tag wordt geïnterpreteerd door Internet Explorer, maar genegeerd
door Netscape. De OBJECT-tag zorgt voor de inbedding van een ActiveX-component.
Netscape gebruikt de EMBED-tag voor het inbedden van een Netscape plug-in. Door
de combinatie van beide tags wordt het correct afspelen van het fragment in
beide browsers gegarandeerd.
Opties instellen
De handigste manier om veelvoorkomende opties in te stellen is via de Virtuele Snijmachine zelf. U kunt echter zelf opties toevoegen die niet in de gegenereerde HTML-code zijn opgenomen. Een overzicht van alle opties vindt u verderop. Bedenk dat u de opties altijd zowel voor de OBJECT-tag als de EMBED-tag moet invoeren.
OBJECT-tag parameters
Voeg onderstaande regel toe. Vervang hierin [parameternaam] door de naam van de
parameter en [waarde] door de waarde van de parameter.
<param name= '[parameter naam]' value ='[waarde]'>
Voorbeeld:
Om de waarde van de parameter 'AUTOSTART' op 'true' te zetten voegt u onder de
andere regels (maar voor de ">") de volgende regel toe:
<param name='AUTOSTART' value='true'>
EMBED-tag parameters
Voeg onderstaande regel toe. Vervang hierin [parameternaam] door de naam van de
parameter en [waarde] door de waarde van de parameter.
<param name='[parameter naam]' value='[waarde]'>
voorbeeld:
Om de waarde van de parameter 'LOOP' op 'true' te zetten voegt u onder de
andere regels (maar voor de EMBED-tag) de volgende regel toe:
'LOOP' ='true'
Overzicht van de opties
Hieronder staan de opties vermeld waarmee u de inbedding van de RealPlayer speler naar eigen inzicht kunt bijstellen. Neem de opties in de gegenereerde HTML-code op zoals hierboven is uitgelegd. Hierbij gelden de volgende regels:
OBJECT-tag
- De gereserveerde woorden PARAM, NAME en VALUE kunt u zowel in hoofd- als
kleine letters invoeren.
- Voor parameterwaarden geldt hetzelfde, bedenk dat bestandsnamen vaak wel
in kleine letters moeten worden opgegeven.
- Parameterwaarden zet u altijd tussen dubbele aanhalingstekens.
EMBED-tag
- U kunt parameternamen zowel in hoofd- als in kleine letters opgeven.
- Voor parameterwaarden geldt hetzelfde, bedenk dat bestandsnamen vaak wel
in kleine letters moeten worden opgegeven.
- U hoeft geen aanhalingstekens om de parameterwaarden te plaatsen, tenzij
de waarde een URL (bestandslocatie) is.
AUTOGOTOURLGeeft aan hoe URLs in een presentatie moeten worden verwerkt.
Als AUTOGOTOURL = TRUE, dan worden alle URLs die in de presentatie zijn verwerkt in de browser weergeven. Als de waarde FALSE is worden de URLs naar een JAVA applet of ander programma gestuurd via de OnGotoURL callback. AUTOSTARTGeeft aan of de speler automatisch moet beginnen met afspelen.
Als AUTOSTART = TRUE, dan begint de speler automatisch met afspelen zodra de vereiste inhoud beschikbaar is. BACKGROUNDCOLORGeeft aan wat de achtergrondkleur is van het afspeelvenster. Als een bestand transparante gebieden bevat, dan verschijnt deze kleur ook in deze gebieden.
De achtergrondkleur wordt gedefinieerd door een RGB hexadecimale waarde of door de naam van een kleur. Onderstaande tabel geeft valide waarden voor de achtergrondkleur weer. CENTERGeeft weer of het bestand gecentreerd in het afspeelvenster moet worden afgespeeld en in de originele grootte.
Als CENTER = TRUE, dan wordt het bestand gecentreerd in het afspeelvenster afgespeeld, waarbij de hoogte en breedte op de waarde worden gezet die tijdens het encoderen van het bestand zijn opgegeven. Als de waarde FALSE is, dan wordt het bestand niet gecentreerd afgespeeld en worden de hoogte en breedte aangepast aan de afmetingen van het afspeelvenster. Pas op! CENTER en MAINTAINASPECT kunnen niet beide TRUE zijn. CLASSIDIdentificeert een ActiveX object als behorende tot de RealPlayer class.
Een ingebedde RealPlayer ActiveX object moet de RealPlayer classID waarde in de <OBJECT>-tag opnemen. De waarde moet omgeven zijn door dubbele aanhalingstekens. Als deze waarde wordt weggelaten, of een verkeerde waarde wordt vermeld, dan kan de browser de afspeler niet laden; de brwoser zal een foutmelding geven. <OBJECT ID=... CLASSID="clsid:CFCDAA03-8BE4-11cf-B84B-0020AFBBCCFA"
... > CONSOLEGeeft aan of meerdere controleobjecten (bijvoorbeeld start- en stopknoppen, volumeregelaar) samen een afspeler besturen.
Wanneer dezelfde consolenaam wordt gebruikt voor meerder controleobjecten op een pagina, dan geeft deze parameter aan dat deze objecten samen het afspelen van een bestand regelen. U kunt bijvoorbeeld een start- en een stopknop en een volumeregelaar op de pagina opnemen. Door aan al deze objecten dezelfde concolenaam toe te kennen geeft u aan dat ze dezelfde afspeler aansturen. Valide consolenamen zijn: CONTROLSBed de gespecificeerde RealPlayer controleobject in de webpagina in. Voor een opsomming van mogelijke controleobjecten zie de RealPlayer website.
Als u geen waarde invoert worden alle controleobjecten ingebed. HEIGHTStelt de hoogte van een ingebed controleobject in.
Als u de waarde van HEIGTH of WIDTH op nul zet wordt het controleobject verborgen. Als u de parameter weglaat wordt het controleobject mogelijk heel klein weergegeven. IDIdentificeert het ingebedde mediabestand voor referentie in een scripttaal.
Als u de afspeler met behulp van een scripttaal zoals VBScript wilt aansturen, geef dan een unieke waarde voor de ID parameter op. Bijvoorbeeld:
<OBJECT ID=realplayer CLASSID="clsid:CFCDAA03-8BE4-11cf-B84B-0020AFBBCCFA"> U kunt dan de scriptaal gebruiken om de afspeler te besturen, bijvoorbeeld: <FORM> IMAGESTATUSGeeft aan of informatie over de status van het mediabestand tijdens het afspelen moet worden getoond.
Als IMAGESTATUS = TRUE wordt statusinformatie onder het afspeelvenster weergeven. Satusinformatie is o.a. lengte en actuele positie van het bestand. LOOPGeeft aan of het bestandsformaat na afloop weer opnieuw begint te spelen.
Als LOOP = TRUE begint het mediabestand aan het eind gekomen opnieuw af te spelen, totdat de gebruiker het afspelen stopt. Als de waarde FALSE is of de parameter is weggelaten stopt het bestand aan het eind. MAINTAINASPECTGeeft aan of de oorspronkelijke verhouding hoogte-breedte (aspect ratio) van het mediabestand behouden moet blijven als het bestand wordt aangepast aan de grootte van het afspeelvenster.
Als MAINTAINASPECT =TRUE blijft de verhouding hoogte-breedte behouden als
deze niet overeenkomt met de actuele waarde van de afmetingen van het
afspeelvenster. De hoogte en breedte van het mediabestand worden aangepast tot
een van deze dimensies overeenkomt met de afmetingen van het venster en de ander
kleiner is. Als de waarde FALSE is of de parameter is weggelaten worden hoogte
en breedte gelijkgesteld aan de afmetingen van het afspeelvenster. Dit betekent
dat de afbeelding kan vertekenen. NAMEGeeft de naam van het ingebedde controleobject weer, om het object via JavaScript te besturen.
Om een ingebedde RealPlayer afspeler via JavaScript te kunnen benaderen moet
u het object een unieke naam geven. <EMBED NAME=realplayer SRC="..." WIDTH=176 HEIGHT=132> Het object kan dan aangestuurd wordeb door een JavaScript opdracht, bijvoorbeeld: <Input Type="button" Value="play" onClick="document.realplayer.DoPlay()"> Pas op! In Netscape 4.x kunnen objecten alleen gecontroleerd worden via JavaScript als de parameter NOJAVA niet op TRUE is gezet. Als NOJAVA = TRUE in de <EMBED>-tag is opgenomen wordt de Java Virtuele Machine (JVM) niet gestart eb is controle via JavaScript niet mogelijk. NOJAVAVerhindert dat de Java Virtuele Machine (JVM) gestart wordt als deze niet al gestart is. Daarmee wordt het gebruik van JavaScript om het object te besturen onmogelijk gemaakt.
Wanneer NOJAVA = TRUE of de parameter ontbreekt wordt de JVM gestart en is controle van NAMED objecten via JavaScript mogelijk. Omdat het starten van de JVM tijd kost verdient het aanbeveling NOJAVA = FALSE aan de <EMBED>-tag toe te voegen als u geen JavaScript gebruikt. Internet Explorer en Netscape 6.x starten de JVM tijdens het starten van de browser en negeren deze parameter. NOLABELSGeeft aan of de titel, auteur en auteursrechten in RealPlayer worden weergegeven. Deze paramater is bedoeld voor compatibiliteit met RealPlayer 5 en vervallen in nieuwere RealPlayer versies.
Wanneer NOLABELS = TRUE worden titel, auteur en auteursrechten niet weergegeven. NOLOGOGeeft aan of het RealNetworks logo moet worden weergegeven als er geen mediabestand wordt afgespeeld.
Wanneer NOLOGO = TRUE of de parameter ontbreekt wordt het RealNetworks logo niet getoond als er geen mediabestand wordt afgespeeld. Het afspeelvenster is zwart, tenzij er een andere achtergrondkleur is gespecificeerd door middel van de BACKGROUNDCOLOR parameter. NUMLOOPGeeft aan hoe vaak het mediabestand wordt herhaald tijdens het afspelen.
Als de NUMLOOP parameter een numerieke waarde krijgt toegewezen wordt het mediabestand het opgegeven aantal keren afgespeeld. Als de NUMLOOP parameter ontbreekt wordt het mediabestand alleen herhaaldelijk afgespeeld als de LOOP parameter op TRUE is gezet. Let op! Als zowel NUMLOOP als LOOP zijn gespecificeeerd wordt LOOP genegeerd. Dit geldt ook als NUMLOOP op nul is gezet. PARAMWordt gebruikt om aanvullende parameters voor een ActiveX-component in een <OBJECT>-tag te specificeren.
Aanvullende parameters worden gespecificeerd via de PARAM parameter, volgens onderstaande syntax: <PARAM NAME="name" VALUE="value"> De variabele NAME kan de waarde krijgen van elk van de parameters die hier beschreven zijn, met uitzondering van NAME. Om de naam van een controleobject op te geven gebruikt u de ID parameter. De variabele VALUE geeft u een waarde die correspondeert met de parameter die u specificeert in NAME. PREFETCHSchakelt de PREFETCH afspeelmode in of uit. Deze afspeelmode zorgt ervoor dat RealPlayer de stream description information ophaalt voordat het afspelen begint.
Als de PREFETCH afspeelmode is ingeschakeld wordt de stream beschrijving opgehaald. Als deze is verkregen wordt de afspeler in de pauzestand gezet. De beschrijving kunt u gebruiken om eigenschappen van de speler te wijzigen. Zo kunt u de hoogte en breedte van de afspeler desgewenst wijzigen. REGIONDefinieert een gebied op de webpagina voor het afspelen van een SMIL-bestand.
(Media)bestanden in een SMIL-bestand bevatten specificaties over het gebied in de webpagina waar het bestand moet worden getoond. In de volgende regel uit een SMIL-bestand wordt aangeven dat het bestand 'newsarticle.rt' moet worden afgespeeld in het gebied 'article': <textstream src="newsarticle.rt" region="article " /> Om 'newsarticle.rt' op de pagina te kunnen bekijken moet een imagewindow controleobject worden gemaakt met de parameter REGION = 'article'. Netscape plug-in: ActiveX object: SCRIPTCALLBACKSSpecificeert de callback events door middel van een kommagescheiden lijst.
U kunt de SCRIPTCALLBACKS parameter gebruiken om te specificeren welke Netscape 6.x callback events u wilt ontvangen en verwerken. De events worden opgesomd in een kommagescheiden lijst. <SCRIPTCALLBACKS=OnPresentationOpened,OnPresentationClosed> SHUFFLEGeeft aan of de onderdelen van een meervoudig mediabestand in willekeurige volgorde moeten worden afgespeeld. Meervoudige mediabestanden zijn bijvoorbeeld RAM-bestanden (.RAM of .RPM) of SMIL-bestanden.
ALS SHUFFLE = TRUE worden alle nog niet gespeelde onderdelen (clips) in een meervoudig mediabestand in willekeurige volgorde afgespeeld. SRCSpecificeert wat de URL is van het mediabestand.
In het algemeen kan de URL beginnen met rtsp://, http://, pnm:// of file://. Voor de Virtuele Snijmachine is vereist dat de URL wijst naar PLAY.PHP, omdat dit programma zorgt voor het afspelen van het gemarkeerde deel van het mediabestand. De start- en end-parameters zijn daarbij noodzakelijk. <EMBED SRC="http://.../.../play.php/force_real.ram?url=/mijn_bestand.mpg&start=0.1&end=0.1'> TYPEIdentificeert het MIME type van het mediabestand in de SRC parameter.
De syntax voor het MIME type ziet er als volgt uit: TYPE="audio/x-pn-realaudio-plugin"> Deze waarde dient u niet te wijzigen. WIDTHStelt de breedte van een ingebed controleobject in.
Als u de waarde van HEIGTH of WIDTH op nul zet wordt het controleobject verborgen. Als u de parameter weglaat wordt het controleobject mogelijk heel klein weergegeven. |